Aan ouders wordt tegenwoordig geadviseerd om het kind op de rug te laten slapen in verband met de veiligheid en preventie van wiegendood. Sinds dit advies gegeven wordt, is het aantal baby’s met een afplatting (scheef of breed) van de schedel enorm toegenomen. Bij pasgeborenen is de schedel nog zacht en vervormbaar, het grootste deel van de schedelgroei vindt plaats tijdens de eerste achttien maanden.

Vaak gaat deze afplatting van de schedel gepaard met een voorkeurshouding, een houding waarbij het kind voornamelijk met het hoofd naar één zijde gedraaid ligt of er sprake is van onvoldoende spontaan draaien van het hoofd waardoor het hoofd in de middenpositie wordt gehouden.

Onze kinderfysiotherapeut heeft een cursus gevolgd om de mate van scheefheid van de afplatting te bepalen middels Plagiocephalometrie. Hiermee kan de verandering van de vorm van de schedel in de tijd gemeten worden en kan, afhankelijk van de ernst, gekeken worden of er een reden is voor helmtherapie.

Hoe gaat deze meting in zijn werk?

Met behulp van een bandje, welke na enkele minuten hard wordt, zal een nauwkeurige afdruk van de omtrek van de schedel gemaakt worden. Op het bandje worden de positie van de neus en oren genoteerd waarna middels deze afdruk de kinderfysiotherapeut een berekening kan maken over de mate van afplatting van de schedel. De uitkomst hiervan geeft aan of spontaan herstel te verwachten is.